Interview


‘Ontwikkelingshulp is en blijft ontzettend lastig’


Anshu Gupta

Bestuurslid Achmea Foundation

In het dagelijks leven werkt Anshu Gupta bij Gupta Strategists, een onafhankelijk adviesbureau voor organisaties in de zorgsector. Daarnaast is hij bestuurslid van de Achmea Foundation. In een openhartig gesprek vertelt hij over zijn motivatie en werkwijze. “Wat mij helpt, is dat ik mijzelf becijfer. Wat probeer je te bereiken? Niet als heilig doel, maar als routekaart. Welke interventies kan ik plegen om tot een gewenst resultaat te komen?”

“Ik ben zo’n jaar of 5 geleden in het bestuur van de Achmea Foundation gestapt. Ik zal je eerlijk zeggen: ik was – en ben nog steeds – best sceptisch. Waarom? Omdat ontwikkelingshulp ontzettend lastig is. Want hoe zorg je ervoor dat je écht effectief bent? Hoe zorg je ervoor dat het geïnvesteerde arbeid en kapitaal ook leidt tot het gewenste resultaat? Tegelijkertijd vond ik het té makkelijk om vanaf de zijkant te roepen ‘dat het niet werkt’. En vond ik dat ik de verplichting had om het dan op z’n minst te proberen. Ik geloof erin dat mensen een intrinsieke behoefte hebben om elkaar te helpen. Ik vind het interessant om dat op een dusdanige manier te doen, dat het effectief is en leidt tot daadwerkelijk resultaat.

Samen met partners aan de slag

Als ik terugkijk op de afgelopen 5 jaar, dan heeft de foundation zich op twee fronten stevig ontwikkeld. Enerzijds hebben we een systematiek ontwikkeld om beter te toetsen – vooraf, tijdens en achteraf. Anderzijds gaan we verder dan sec investeren en monitoren vanaf de zijlijn. We stappen echt in; we gaan deels samen aan de slag.

"Het gaat om rendement voor de doelgroep."

Wat dat betreft zijn wij een ‘activistische investeerder’. In die zin dat wij ons, anders dan traditionele investeerders, actief bemoeien met de ondernemingen waarin wij investeren. Dat betekent dat wij echt meedenken met het project. Kan het beter, wat is daarvoor nodig, wat kunnen wij daarin betekenen? Het beoogd resultaat staat voor ons centraal. Wij sturen op output, op rendement. Daar is het ons om te doen. Wij beoordelen de aanvragen als was het een business case: ik investeer X geld en Y komt eruit. Alleen gaat het ons niet om het financieel rendement voor de Achmea Foundation. Het gaat om rendement voor de doelgroep. Als een investering in een agricultureel project een verdubbeling van de oogst oplevert, dan gaat het ons wel om de financiële opbrengst, maar niet voor ons. Maar voor de lokale boeren zelf om een beter bestaan op te bouwen.

Projecten schikken op impact

Even terug naar het eerste punt: het toetsen en monitoren. Wij zijn heel kritisch op het honoreren van aanvragen. Ieder jaar zetten wij een zogeheten Call for Proposalls uit. Daarop krijgen we heel veel aanvragen. Als eerste stap gaan we al die projecten schikken op de impact. We kijken naar het te verwachten rendement en naar de haalbaarheid. Dan blijven er misschien maar 10 projecten over. Met die partners gaan we intensief in gesprek. Wij dagen hen uit op de gestelde doelen, de impact, wat zij van ons nodig hebben. Dat proces brengt ons dichter tot elkaar. En we gaan uiteindelijk alléén met die partners in zee waar we gezamenlijk meerwaarde kunnen creëren. Ondanks alle goede intenties en onze inzet, had ik gehoopt dat we meer hadden bereikt. We hebben niet het succes behaald dat ik voor mogelijk én nodig acht. Projecten hebben niet bereikt wat vooraf was beoogd. Of gaandeweg ontstonden er nieuwe knelpunten die niet van tevoren voorzien waren. We hebben ook halverwege doelen moeten bijstellen, extra moeten investeren of zelfs de stekker eruit moeten trekken. Wat heeft het dan ons gebracht? Wij hebben de discipline én een cultuur ontwikkeld om te leren van onze fouten. We kijken heel kritisch naar onszelf en onze impact; wat kunnen we hiervan leren? Iedere keer weer de verbetering zoeken.

Anshu Gupta


'Wat maakt dat die boer in Kenia het land anders gaat bewerken dan zijn vader en grootvader decennialang hebben gedaan?'

Een routekaart creëren

Dat past ook heel erg bij hoe ik zelf in het leven sta. Ik geloof heel erg in het tastbaar maken wat ik moet doen om het voor dat doel en die doelgroep beter te maken. Begrijpen wat er gebeurt, achterhalen wat het verschil verklaart en dat vertalen naar interventies die leiden tot het verschil. Altijd gericht op die stip op die horizon. Loop ik de goede kant op? Daarmee creëer je een routekaart. Dat is analytische kant. Aan de andere kant speelt mensenkennis een cruciale rol. Want uiteindelijk gaat het om menselijk gedrag: is een persoon of een groep mensen op individueel niveau bereid om gedrag te veranderen? Wat maakt dat die boer in Kenia het land anders gaat bewerken dan zijn vader en grootvader decennialang hebben gedaan? Of waarom zou die moeder in Ghana op een andere manier haar kind gaan voeden? Ik voel mij verrijkt door de landen en culturen waar ik heb gewoond en gewerkt. Dat heeft mij geleerd oog te hebben voor hoe moeilijk het is om te kunnen begrijpen – laat staan ingrijpen – in de wereld van de mens die in een totaal andere wereld leven.”